Betekenis van:
dek

dek (het ~ | meervoud dekken)
Zelfstandig naamwoord
  • vloer buiten op een schip
"een gezonken dek"
"alle hens aan dek!"

Hyperoniemen

Hyponiemen

dek (het ~ | meervoud dekken)
Zelfstandig naamwoord
  • laag over iets heen
"een dek van sneeuw"

Hyperoniemen

dek
Zelfstandig naamwoord
  • kleed voor dieren

Hyperoniemen

dek
Zelfstandig naamwoord
  • laag van haren of veren op de rug van een dier

Hyperoniemen

Hyponiemen

dek
Zelfstandig naamwoord
  • een verdieping op een schip
dek
Zelfstandig naamwoord
  • buitenste blad van een sigaar

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

dek
een vervoeging van dekken