Betekenis van:
				
					dekken					
				
			
            dekken
Werkwoord
- tegenspeler volgen
 
"de opkomende middenvelder dekken"
"kort dekken"
Hyperoniemen
Hyponiemen
dekken
Werkwoord
- vrijwaren van risico, kosten etc.
 
"kosten dekken"
"de achterhoede dekken"
Hyperoniemen
Hyponiemen
dekken
Werkwoord
- voorzien van een dak
 
"Dat huis is met riet gedekt."
dekken
Werkwoord
- ''de tafel ~'' alles op tafel leggen en zetten voor het houden van een maaltijd
 
"Zij dekte de tafel voor het kerstmaal."
dekken
Werkwoord
- een verzekering voor een eventualiteit afgesloten hebben
 
"Het geleden verlies bleek maar gedeeltelijk gedekt."
dekken
Werkwoord
- ondersteuning voor iets verlenen
 
"De regering dekte zijn eigenzinnige optreden niet langer."
dek (het ~ | meervoud dekken)
Zelfstandig naamwoord
- vloer buiten op een schip
 
"een gezonken dek"
"alle hens aan dek!"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- In het begin konden we de eindjes aan elkaar knopen maar na verloop van tijd konden we onze kosten niet meer dekken.
 - Open dekken
 - Open dekken:
 - Productiefase: moederschap; dekken, dracht (andere?)
 - Totale door BNFL te dekken passiva
 - De PPA’s dekken eveneens de personeelskosten.
 - Brandwerendheid van dekken welke aangrenzende ruimten scheiden
 - buitentrappen en open dekken die dienen als ontsnappingswegen,
 - subsidies voor het dekken van de leasingkosten van nieuwe apparatuur.
 - Deze kredieten kunnen ook de betaling van achterstandsrente dekken.
 - Toegang tot de ro-ro-dekken (V 20-3)
 - Bij die winst zou de bedrijfstak zijn kosten kunnen dekken.
 - De contracten dekken niet meer dan een jaarproductie.
 - open dekken en gesloten wandelgangen die niet brandgevaarlijk zijn.
 - Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de missie moet dekken bedraagt 10000000 EUR.