Betekenis van:
garantie

garantie
Zelfstandig naamwoord
  • een verklaring waarin men verklaart voor bepaalde gevolgen in te staan
"Hij gaf hem de garantie dat alle schade vergoed zou worden."
garantie (de ~ | meervoud garanties)
Zelfstandig naamwoord
  • waarborg; garantie; garantie; onderpand; financiële borgstelling
"tien jaar/maanden garantie geven"
"garantie op [breuk van de onderdelen]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Niets weten is het veiligste geloof/vertrouwen/garantie
  2. Garantie
  3. PO Garantie
  4. Plattelandsontwikkeling Garantie
  5. Voorwaarden van de garantie
  6. ONTBREKEN VAN GARANTIE
  7. Plattelandsontwikkeling — Garantie — Begeleidende maatregelen
  8. Voorwaarden van de garantie
  9. Commerciële garantie niet toegekend
  10. PO Garantie — Begeleidende maatregelen
  11. Doelstellingen van de garantie
  12. Garantie en plafonds
  13. AARD VAN DE GARANTIE
  14. Verlenging van een garantie
  15. PO Garantie (oppervlaktegebonden maatregelen)