Betekenis van:
huren

huren
Werkwoord
  • tegen betaling lenen
"Als je dat behang van de muur wil halen, kan je daar een machine voor huren."
huren
Werkwoord
  • in dienst nemen

Synoniemen

Hyperoniemen

huur (de ~ | meervoud huren)
Werkwoord
  • het lenen of gebruiken tegen betaling
"te huur"
"iemand de huur opzeggen"

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik moet een kamer huren.
  2. Ik wilde een bus huren.
  3. Ik wilde een touringcar huren.
  4. Ik zou graag een auto willen huren.
  5. Je kan een boot per uur huren.
  6. Waar kan ik een auto huren?
  7. Ik zou graag een auto willen huren.
  8. Ik ben op zoek naar een huis, wat ik kan huren.
  9. Ik wil graag een auto huren
  10. vergoedingen voor het huren van productie-installaties/-uitrusting
  11. vergoedingen voor het huren van productie-installaties/-uitrusting;
  12. Dergelijke locaties leiden ook tot te hoge huren voor Sernam.
  13. De GmbH zal tegen marktvoorwaarden ruimten huren voor de huisvesting van haar hoofdkantoor en de vinotheek.
  14. Uitgaven in verband hiermee, zoals voor het huren en aflezen van meters, opslagtanks, vaste lasten enz.
  15. Uitgaven in verband hiermee, zoals voor het huren en aflezen van meters, vaste lasten enz.