Betekenis van:
kaak

kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.d. schedel rond de mondholte
"zijn kaken op elkaar houden"
"kaken op elkaar!"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.h. gezicht over het kaakbeen
"met rode kaken"
"met beschaamde kaken"

Hyperoniemen

kaak
Zelfstandig naamwoord
  • het beendergestel dat de mondholte omsluit en waarin de tanden en kiezen geplaatst zijn
"De dode dolfijn had een geboren afwijking en een gebroken kaak."
kaak
Zelfstandig naamwoord
  • een wang
"Hij gaf haar een kus op de kaken."
kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • historisch strafwerktuig; Middeleeuws strafwerktuig
"iets/iemand aan de kaak stellen"

Synoniemen

Hyperoniemen

kaak
Zelfstandig naamwoord
  • een houten of stenen podest, waarop de te straffen misdadigers tentoon werden gesteld
kaak
Zelfstandig naamwoord
  • hard meelgebak
kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • ademhalingsorgaan v.e. vis; kieuw v.e. vis

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Kaak (ernstig)
  2. kaak (7).
  3. STOMATOLOGIE EN MOND-, KAAK- EN AANGEZICHTSCHIRURGIE
  4. Hij stelt een „duidelijk onrechtvaardige” situatie aan de kaak waarbij het particulier initiatief van de expediteurs wordt belemmerd.
  5. Bij schrijven van 7 september 1992 liet SIDE de Commissie weten dat zij het discriminerende karakter [6] van de maatregelen en de hieruit voortvloeiende gevolgen voor de intracommunautaire handel aan de kaak wilde stellen, zonder echter vraagtekens te plaatsen bij de culturele doelstelling van het ministerie van Cultuur om de Franse taal en literatuur te verspreiden.
  6. Overeenkomstig enkele standpunten die derden in het kader van de procedure kenbaar hebben gemaakt, merkt de Commissie in de eerste plaats op dat het „Programme petites commandes”, dat in feite een rol heeft gespeeld bij de oprichting van CELF in haar huidige vorm, bekend was bij ondernemingen, die het programma zeker in eerste instantie goed hebben ontvangen [49] of op zijn minst niet aan de kaak hebben gesteld, zonder zich evenwel af te vragen wat het nut ervan was.