Betekenis van:
kleintje

kleintje (het ~ | meervoud kleintjes)
Zelfstandig naamwoord
  • pasgeboren kind; baby; jong kind; jong kind dat nog gezoogd wordt
"een kleintje krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

kleintje (het ~ | meervoud kleintjes)
Zelfstandig naamwoord
  • klein iemand; iets of iemand van klein formaat; klein aardappel; klein iemand; klein iemand; klein kind; klein iemand; opdondertje; mager persoon
"voor geen kleintje vervaard zijn"
"op de kleintjes letten"

Synoniemen

Hyperoniemen

kleintje
Zelfstandig naamwoord
  • klein voorwerp

Hyperoniemen

kleintje
Zelfstandig naamwoord
  • jong dier; pasgeboren dier; pasgeboren dier

Synoniemen

Hyperoniemen