Betekenis van:
klep

klep
Zelfstandig naamwoord
  • verstelbare afsluiting
"Hij klapte de klep van de piano open en slaat wat tonen aan."
klep (de ~ | meervoud kleppen)
Zelfstandig naamwoord
  • deksel die vastzit
"een motor met [16] kleppen"
"onder de klep kijken"

Hyperoniemen

klep (de ~ | meervoud kleppen)
Zelfstandig naamwoord
  • kletser
"een oude klep"

Synoniemen

Hyperoniemen

klep
Zelfstandig naamwoord
  • elk van beide elkaar loslatende en de zaden blootleggende stukken van een doosvrucht

Hyperoniemen

klep (de ~ | meervoud kleppen)
Zelfstandig naamwoord
  • vooruitstekend gedeelte aan een hoofddeksel om de ogen te beschermen

Hyperoniemen

klep
Zelfstandig naamwoord
  • om een horizontale as beweegbaar luik, schot, blad enz.

Hyperoniemen

klep
Zelfstandig naamwoord
  • omgeslagen stuk van een lap textiel

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord

klep
een vervoeging van kleppen

Voorbeeldzinnen

  1. HANDBEDIENDE KLEP
  2. Handbediende klep,
  3. Klep motorkap
  4. Handbediende klep:
  5. gecombineerde klep;
  6. elektromagnetische klep
  7. Automatische klep
  8. handbediende klep,
  9. Klep kofferbak
  10. AUTOMATISCHE KLEP
  11. Handbediende klep
  12. automatische klep,
  13. V2, V3 Elektromagnetische klep
  14. Klep en filter
  15. Automatische klep(pen):