Betekenis van:
kramen

kramen
Werkwoord
  • als baker werken

Synoniemen

Hyperoniemen

kraam (de/het ~ | meervoud kramen)
Zelfstandig naamwoord
  • marktkraam; tentje op een markt
"kraampjes op de markt"
"dat komt in zijn/haar/je kraam te pas"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

kraam (de/het ~ | meervoud kramen)
Zelfstandig naamwoord
  • het kraamvrouw zijn en de tijd dat dit duurt
"De jonge vrouw was in de kraam gestorven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

kramen
een vervoeging van opkramen
kramen
een vervoeging van uitkramen

Voorbeeldzinnen

  1. Voor patates frites die bij kramen en snackbars worden bemonsterd, worden bij voorkeur elk jaar dezelfde verkooppunten genomen.
  2. Zo kunnen kramen in sportarena's of in openbare parken op basis van een concessie worden geëxploiteerd; hetzelfde geldt voor openbare diensten als de watervoorziening.