Betekenis van:
ontlasten
ontlasten
Werkwoord
- een belasting verminderen
"De nieuwe rondweg ontlastte het verkeer in de stad maar voor een korte tijd; daarna waren de opstoppingen weer een dagelijks verschijnsel"
ontlasten
Werkwoord
- een last verminderen
"Zij wierpen alles wat niet absoluut noodzakelijk was weg om zo de pakdieren te ontlasten."
ontlasten
Werkwoord
- ''zich ~'' zich ontdoen van zijn uitwerpselen
"Na inneming van laxatieven wist hij zich eindelijk te ontlasten."
ontlasten
Werkwoord
- ontheffen van; ontslaan van iets; mbt. een plicht of last