Betekenis van:
onverdeeld

onverdeeld
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet verdeeld
"een onverdeelde boedel"

Hyperoniemen

onverdeeld
Bijvoeglijk naamwoord
  • totaal; totaal; geheel; compleet; volledig; helemaal; compleet; compleet; geheel; niet gedeeld
"onverdeelde sympathie"
"met onverdeelde aandacht"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Daarbij moest het vermogen onverdeeld blijven.
  2. De deelstaat heeft derhalve besloten het woningbouwvermogen onverdeeld te behouden, de daaruit terugvloeiende middelen verder te gebruiken voor de stimulering van de woningbouw en de ondersteuning van de economie, het beheer van het vermogen zo effectief en goedkoop mogelijk te organiseren en bijkomende inkomsten te genereren door de vorderingenportefeuille op andere manieren te benutten.
  3. Op basis van gegevens uit statistisch onderzoek wordt het volgende berekend om het gewicht/type van poststukken te kunnen bepalen: 1) gemiddelde massa van brieven en reclamepost in binnen- en buitenlands postvolume (uitgaand verkeer), onderscheiden naar voorbehouden en niet-voorbehouden diensten, 2) gemiddelde massa van postpakketten in binnen- en buitenlands postvolume (uitgaand verkeer), onderscheiden naar universele en contractdiensten, 3) gemiddelde massa van brieven en pakketten in buitenlands postvolume (ingaand verkeer), 4) indicatoren voor de verdeling van brieven en reclamepost onder voorbehouden en niet-voorbehouden diensten, 5) assortimentsopbouw officiële poststukken (onverdeeld in gewone en prioriteitspost), naar inhoud.