Betekenis van:
provincie

provincie (de ~ | meervoud provincies)
Zelfstandig naamwoord
  • staatkundig onderdeel van een rijk
"de provincie Gelderland"

Hyperoniemen

provincie (de ~ | meervoud provincies)
Zelfstandig naamwoord
  • provinciale overheid
"Hij werkt bij de provincie Gelderland als beleidsmedewerker."
"De provincies zijn tegen de plannen van de minister."

Hyperoniemen

Hyponiemen

provincie
Zelfstandig naamwoord
  • een staatkundig onderdeel van een land
"Nederland heeft twaalf provincies."
provincie (de ~ | meervoud provincies)
Zelfstandig naamwoord
  • het buiten de steden gelegen land
"optreden in de provincie"
"uit de provincie komen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

provincie (de ~ | meervoud provincies)
Zelfstandig naamwoord
  • begrensde streek binnen kerkelijk gebied
"Nederland vormt één grote kerkprovincie."

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er hangt een rookwolk over de provincie.
  2. Provincie
  3. Provincie Bolzano
  4. Deelstaat/Provincie
  5. De provincie:
  6. Provincie Mantova
  7. provincie Luik
  8. Provincie Samutprakarn
  9. Provincie Padova
  10. provincie Namen
  11. provincie Antwerpen
  12. Provincie Brescia
  13. Provincie Białystok
  14. Provincie Verona
  15. provincie Luxemburg