Betekenis van:
rijpen

rijpen
Werkwoord
  • volwassen worden; tot volle wasdom gekomen
"de wijn/het koren rijpt"
"een plan rijpt"

Synoniemen

Hyperoniemen

rijpen
Werkwoord
  • uitgroeien tot iets; zichtbaar gebruiken; rijp doen worden
"door ervaring gerijpt"
"de zon rijpt de vruchten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

rijpen
Werkwoord
  • rijp worden
rijpen
Werkwoord
  • zich ontwikkelen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het spek moet ten minste 6 maanden in de kuipen rijpen.
  2. Deze wijn moet minstens twee jaar rijpen, waarvan minstens één jaar in een houten fust.
  3. Deze wijn moet minstens drie jaar rijpen, waarvan minstens twee jaar in een houten fust.
  4. Het rijpen duurt 3 tot 6 maanden (ten minste 70 dagen).
  5. Voorts heeft deze wijn een bijzondere robijnrode kleur die, na het rijpen, een amberkleurige glans krijgt.
  6. Wijnen die gedurende een bepaalde periode rijpen, minstens twee jaar voor rode wijnen en minstens één jaar voor witte wijnen; daarna rijpen ze nog verder in vaten gedurende een in het productdossier vastgestelde periode.
  7. verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt,
  8. verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt,
  9. het rijpen in recipiënten bij een temperatuur van niet hoger dan 50 °C voor likeurwijn met de beschermde oorsprongsbenaming „Madeira”.
  10. verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt,
  11. Het rijpen neemt minstens vijf maanden in beslag wanneer het boterhamkaas, en minstens acht maanden wanneer het raspkaas betreft.
  12. de witte wijnen en de roséwijnen moeten rijpen gedurende minstens 18 maanden, waarvan minstens 6 maanden in eiken vaten met de genoemde maximuminhoud.
  13. de rode wijnen moeten rijpen gedurende minstens 24 maanden, waarvan minstens 6 maanden in eiken vaten met een inhoud van ten hoogste 330 l;
  14. „verwerking”: handeling die het oorspronkelijke product ingrijpend wijzigt, onder meer door middel van verhitten, roken, zouten, rijpen, drogen, marineren, extraheren of extruderen, of een combinatie van dergelijke behandelingen;
  15. De kaas moet ten minste zes dagen rijpen bij een temperatuur van 10 tot 12 °C en een luchtvochtigheid van 80 tot 90 %;