Betekenis van:
scharen

scharen
Werkwoord
  • ''zich ~ achter/om/bij'' zich aansluiten bij een groep
"Turken in het hele land begonnen zich te verzetten en schaarden zich achter de eenheidsgedachte van Kemal."
schare (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
  • grote drom mensen
"een schare engelen"
"een grote schare [fans]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

schaar (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
  • grijporgaan v.e. dier
"de scharen van een krab"

Hyperoniemen

schaar (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde waterplant

Hyperoniemen

schaar (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.e. ploeg

Hyperoniemen

schaar (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
  • draagbalk; voorwerp om iets vast te zetten
"de giek staat in de schaar"

Synoniemen

Hyperoniemen

schaar (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
  • geul in het water

Hyperoniemen

Werkwoord

scharen
een vervoeging van inscharen
scharen
een vervoeging van tijdscharen

Voorbeeldzinnen

  1. Deze scharen knippen niet goed.
  2. Scharen
  3. Scharen
  4. Messen en scharen
  5. Scharen voor tandheelkundig gebruik
  6. Scharen en schaarbladen
  7. Scharen en schaarbladen
  8. Pads voor scharen en messen
  9. Vervaardiging van scharen, messen, bestekken enz.
  10. Scharen en messen voor tandheelkundig gebruik
  11. NACE 25.71: Vervaardiging van scharen, messen, bestekken, enz.
  12. Vervaardiging van scharen, messen, bestekken, gereedschap en ijzerwaren
  13. Heggenscharen en andere met twee handen te bedienen scharen
  14. Heggenscharen en andere met twee handen te bedienen scharen
  15. NACE 28.61: Vervaardiging van scharen, messen, bestekken, enzovoort