Betekenis van:
slechts

slechts
Bijwoord
  • alleen maar, niet meer dan, enkel
"De emmer bevat slechts een paar erwten."
slechts
Bijwoord
  • slechts

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Schoonheid is slechts oppervlakkig.
  2. Elke staat had slechts één stem.
  3. Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.
  4. Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
  5. De school bevindt zich op slechts 5 minuten lopen.
  6. Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
  7. Slechts de onwetende haat de kunst
  8. Meerdere ogen zien meer dan slechts een
  9. Zoals altijd kon ik slechts hopen dat de politie me niet zou aanhouden.
  10. Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.
  11. Toen hij student was, ging hij slechts één keer naar de discotheek.
  12. Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.
  13. Velen zijn geroepen, slechts weinig uitverkoren
  14. Er is slechts één plaatsje in het heelal dat je zeker kan verbeteren en dat is jezelf.
  15. De moslims geloven slechts in Allah als de ene god en in Mohammed als de laatste profeet.