Betekenis van:
zuiver

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • vrij van alles wat er niet aan, bij of in hoort
"chemisch zuiver"
"zuiver bloed"

Synoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • onvermengd
"zuivere koffie"
"zuiver goud"

Synoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • onbezoedeld, zonder verontreiniging
"Dit is het zuiverste water dat de natuur ons te bieden heeft."
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • precies de juiste toonhoogte
"Het was een zuiver instrument."
zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • correct; juist; foutloos; correct
"zuiver Nederlands"
"een zuivere uitspraak"

Synoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • vrij van vuil of ongerechtigheden
"dit glas is niet zuiver"
"Dat huis is niet zuiver."

Synoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • vol deugd, braaf
"een zuiver geweten hebben"
"met/uit zuivere bedoelingen"

Synoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van prijzen, lonen enz.) na aftrek van onkosten, premies of belastingen
"zuivere winst"
"zuivere inkomen"

Synoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • rechtstreeks

Synoniemen

Hyperoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • buitensporig; met grote gevolgen

Synoniemen

Hyperoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • driedubbel; drievoudig; driema(a)l(ig)

Synoniemen

Hyperoniemen

zuiver
Bijvoeglijk naamwoord
  • op-en-top; echt

Synoniemen

Hyperoniemen

zuiver
Bijwoord
  • slechts
"zuiver meten"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het kind had een zuiver hart.
  2. Het water van deze rivier is heel zuiver.
  3. Zuiver
  4. (% zuiver zaad)
  5. Laurinezuur, zuiver C12H24O2
  6. Palmitinezuur, zuiver C16H32O2
  7. Natriumstearaat, zuiver C18H36O2.Na
  8. fokdieren van zuiver ras
  9. Stearinezuur, zuiver C18H36O2
  10. natriumnitraat, ook indien zuiver;
  11. Oliezuur, zuiver C18H34O2
  12. kaliummagnesiumsulfaat, ook indien zuiver;
  13. ammoniumsulfaat, ook indien zuiver;
  14. ammoniumnitraat, ook indien zuiver;
  15. Ethanol, minimaal 95 % zuiver.