Betekenis van:
snuiten

snuiten
Werkwoord
  • kaarspit korter knippen
"de kaarsen snuiten"

Hyperoniemen

snuiten
Werkwoord
  • je neus schoonblazen
"je neus snuiten"

Hyperoniemen

snuiten
Werkwoord
  • door beurtelings de neus samen te knijpen en door de neus te blazen slijm uit de neusholte verwijderen
snuiten
Werkwoord
  • het inkorten van de lont van een brandende kaars om het walmen te beperken
snuit (de ~ | meervoud snuiten)
Zelfstandig naamwoord
  • snuit, mond, gezicht; vooruitstekend deel v.d. kop
"een spitse snuit"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

snuit (de ~ | meervoud snuiten)
Zelfstandig naamwoord
  • voorzijde van het menselijk hoofd
"een leuk snuitje"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord