Betekenis van:
soepel

soepel
Bijvoeglijk naamwoord
  • buigzaam
"soepel(e) materiaal/stof/leer"
"soepele spieren"

Synoniemen

soepel
Bijvoeglijk naamwoord
  • gemakkelijk buigend en zich aanpassend
"Het leer was door invetten weer soepel geworden."
soepel
Bijvoeglijk naamwoord
  • weinig problemen ondervindend
"De zaak werd op een soepele manier afgehandeld."
soepel
Bijvoeglijk naamwoord
  • meegaand; flexibel; inschikkelijk; flexibel
"zich soepel opstellen"
"soep in de omgang"

Synoniemen

soepel
Bijvoeglijk naamwoord
  • geen moeite of inspanning vereisend
"soepele bewegingen"
"een soepele tred"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. stevig tot soepel en smedig
  2. soepel tot stevig of hard, snijdbaar
  3. alle manoeuvres soepel en nauwkeurig uit te voeren;
  4. Gezorgd moet worden voor een zo soepel mogelijke overgang tussen de twee regelingen.
  5. Zorgen voor de toewijzing van passende begrotingsmiddelen, zodat de overdracht van bevoegdheden soepel kan verlopen.
  6. Maakt het haar makkelijker doorkambaar, soepel, zacht en glanzend en/of geeft het volume, luchtigheid, enz.
  7. De taak van veiligheidsmedewerkers bestaat erin personen en vracht te controleren, zodat de activiteiten soepel kunnen verlopen.
  8. De eis om documenten te bewaren moet soepel zijn om te voorkomen dat zeer kleine bedrijven te zwaar belast worden.
  9. Wijzigen en uitvoeren van de energiewet en zorgen voor soepel functioneren van de onafhankelijke regelgevende instantie voor energie.
  10. De kaas is soepel, smeuïg en smelt op de tong; zijn textuur is fijn met een lichte roomsmaak.
  11. De eis om documenten te bewaren, moet soepel zijn om te voorkomen dat zeer kleine bedrijven te zwaar belast worden.
  12. De leden 2 en 3 zijn van toepassing, tenzij het aannemelijk is dat de tenuitvoerlegging van het beslagleggingsbevel belet dat de Commissie of het uitvoerend agentschap soepel functioneert.
  13. Het toestaan van aanvullende aanduidingen kan ook de mogelijkheid bieden om nieuwe metrieke eenheden die op internationaal niveau tot stand komen, soepel en geleidelijk in te voeren.
  14. Overgangsperioden zouden de lidstaten in staat moeten stellen zich soepel aan te passen aan de nieuwe totale accijnstarieven en daardoor neveneffecten te vermijden.
  15. Onder „airbag” wordt een soepel materiaal verstaan dat een omhulling vormt die door een gasgenerator wordt opgeblazen en de inzittende beschermt.