Betekenis van:
tussenstation

tussenstation (het ~ | meervoud tussenstations)
Zelfstandig naamwoord
  • periode van overgang naar iets anders; fase tussen twee toestanden; periode van overgang naar iets anders; periode naar een volgende fase; overgangsfase
"voor deze voetballer was spelen bij Ajax slechts een tussenstation"

Synoniemen

Hyperoniemen

tussenstation (het ~ | meervoud tussenstations)
Zelfstandig naamwoord
  • onderbreking v.e. reis; onderbreking v.e. reis
"Griekenland was het tussenstation op weg naar Israël"

Synoniemen

Hyperoniemen

tussenstation (het ~ | meervoud tussenstations)
Zelfstandig naamwoord
  • klein station tussen de grote steden

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Wanneer de treinsamenstelling op enig tussenstation gewijzigd wordt, moet opnieuw een bericht van wijziging toegezonden worden.
  2. specificatie van het vervoerspadgedeelte zoals verschaft door de infrastructuurbeheerder: van het station van oorsprong tot het eerste tussenstation, vandaar tot enigerlei andere tussenstations en van het laatste tussenstation tot het station van bestemming van het vervoerspad.
  3. Wanneer de goederen echter op een tussenstation in het vrije verkeer worden gebracht of onder een andere douaneregeling worden geplaatst, wordt het kantoor waaronder dit station ressorteert, als kantoor van bestemming aangemerkt.
  4. Indien de goederen echter in een tussenstation in het vrije verkeer worden gebracht of onder een andere regeling worden geplaatst, vervult het kantoor waaronder dit station ressorteert de functie van kantoor van bestemming.