Betekenis van:
vastmaken

vastmaken
Werkwoord
  • ervoor zorgen dat iets vastzit aan iets anders
"Als je je fiets niet vastmaakt, dan wordt hij misschien gestolen."

Voorbeeldzinnen

  1. Het weergeven van aparte specifieke informatie is toegestaan (bv. over het remsysteem, het vastmaken van de veiligheidsgordels, de oliedruk, onderhoudsbeurten, een tekort aan reagens voor het NOx-verwijderingssysteem).
  2. Verankeringsrails die de vereiste spoorbreedte hebben en in alle afgebeelde gevallen het voor het vastmaken van de trekker benodigde oppervlak bestrijken (zie de figuren 7.4, 7.5 en 7.6), worden stevig bevestigd aan een niet-elastische bodemplaat onder de slinger.
  3. Verankeringsrails die de vereiste spoorbreedte hebben en in alle afgebeelde gevallen het voor het vastmaken van de trekker benodigde oppervlak bestrijken, worden stevig bevestigd aan een niet-elastische bodemplaat dicht bij de testopstelling.
  4. Verankeringsrails die de vereiste spoorbreedte hebben en in alle afgebeelde gevallen het voor het vastmaken van de trekker benodigde oppervlak bestrijken (zie de figuren 6.11, 6.12 en 6.13), worden stevig bevestigd aan een niet-elastische bodemplaat onder de slinger.
  5. De totale lengte van een haak is de maximale totale lengte van de steel vanaf het uiteinde van de haak dat dient voor het vastmaken van de lijn en gewoonlijk de vorm heeft van een oog, tot en met het verste punt van de bocht; de breedte van een haak is de grootste horizontale afstand vanaf het buitenste gedeelte van de steel tot en met het buitenste gedeelte van de weerhaak;