Vertaling van dürfen

Inhoud:

Duits
Nederlands
dürfen {ww.}
mogen

wir dürfen
sie dürfen

wij mogen
zij mogen
» meer vervoegingen van mogen

Dürfen wir in diesem Park Rollschuh fahren?
Mogen we rolschaatsen in dit park?
dürfen, können, vermögen {ww.}
kunnen

wir dürfen
sie dürfen

wij kunnen
zij kunnen
» meer vervoegingen van kunnen

Wann können wir essen?
Wanneer kunnen we eten?
Können wir reden?
Kunnen we praten?
dürfen {ww.}
mogen
het recht hebben

wir dürfen
sie dürfen

wij mogen
zij mogen
» meer vervoegingen van mogen

müssen, sollen, dürfen {ww.}
moeten
zullen
behoren 
dienen
horen 

wir dürfen
sie dürfen

wij moeten
zij moeten
» meer vervoegingen van moeten

Sollen wir schwimmen gehen?
Zullen we gaan zwemmen?
Welches Spiel sollen wir als nächstes spielen?
Welk spel zullen we nu spelen?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Sie dürfen die Braut jetzt küssen.

U mag nu de bruid kussen.

Sie dürfen hier Ihr Auto nicht abstellen.

Je kan je auto hier niet parkeren.

Dürfen wir in diesem Park Rollschuh fahren?

Mogen we rolschaatsen in dit park?

In einem Fahrstuhl dürfen Sie nicht rauchen.

In een lift moogt ge niet roken.


Gerelateerd aan dürfen

können - vermögen - müssen - sollen