Vertaling van t nehmen
in beslag nemen
inpakken
absorberen
inpalmen
wir nehmen auf
sie nehmen auf
wij slorpen op
zij slorpen op
» meer vervoegingen van opslorpen
rissen
ritsen
afhalen
wir nehmen ab
sie nehmen ab
wij nemen weg
zij nemen weg
» meer vervoegingen van wegnemen
wir nehmen ab
sie nehmen ab
wij verminderen
zij verminderen
» meer vervoegingen van verminderen
wir nehmen an
sie nehmen an
wij veronderstellen
zij veronderstellen
» meer vervoegingen van veronderstellen
wir nehmen an
sie nehmen an
wij nemen aan
zij nemen aan
» meer vervoegingen van aannemen
absorberen
in beslag nemen
verliezen
wir nehmen auf
sie nehmen auf
wij slorpen op
zij slorpen op
» meer vervoegingen van opslorpen
wir nehmen ab
sie nehmen ab
wij amputeren
zij amputeren
» meer vervoegingen van amputeren
wir nehmen aus
sie nehmen aus
wij zonderen uit
zij zonderen uit
» meer vervoegingen van uitzonderen
uitsluiten
wir nehmen aus
sie nehmen aus
wij sluiten buiten
zij sluiten buiten
» meer vervoegingen van buitensluiten
wir nehmen ab
sie nehmen ab
wij maken los
zij maken los
» meer vervoegingen van losmaken