Vertaling van apart from

Inhoud:

Engels
Nederlands
apart from {vz.}
afgezien van 
apart from, besides, except, except for, in addition to, as well as, aside from {vz.}
behalve 
buiten 
ongerekend
apart from {bw.}
afgezien van 
apart from, but, except, other than, exceptionally, aside from {bw.}
behalve 
bij uitzondering
buiten 
op ... na
uitgezonderd 


Gerelateerd aan apart from

besides - except - except for - in addition to - as well as - aside from - but - other than - exceptionally