Vertaling van fleece

Inhoud:

Engels
Nederlands
to fleece {ww.}
afzetten 

I fleece
you fleece
we fleece

ik zet af
jij zet af
wij zetten af
» meer vervoegingen van afzetten

to fleece {ww.}
snijden 
afzetten 

I fleece
you fleece
we fleece

ik snijd
jij snijdt
wij snijden
» meer vervoegingen van snijden

to fleece, to shear {ww.}
stropen
afstropen
aftrekken
villen

I fleece
you fleece
we fleece

ik stroop
jij stroopt
wij stropen
» meer vervoegingen van stropen

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
uitkleden
flessen
tillen
pluimen
scheren
snijden
plukken
kaalplukken
bezwendelen
aderlaten
afzetten

I fleece
you fleece
we fleece

ik kleed uit
jij kleedt uit
wij kleden uit
» meer vervoegingen van uitkleden

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
ontstelen
afnemen
ontnemen
benemen
afpikken
afpakken
afjatten

I fleece
you fleece
we fleece

ik ontsteel
jij ontsteelt
wij ontstelen
» meer vervoegingen van ontstelen

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
ontroven

I fleece
you fleece
we fleece

ik ontroof
jij ontrooft
wij ontroven
» meer vervoegingen van ontroven

to fleece, to gazump, to hook, to overcharge, to pluck, to plume, to rob, to soak, to surcharge {ww.}
afzetter [m] (de ~)

I fleece

fleece, wool {zn.}
haarkleed
pels [m] (de ~)
fleece, wool {zn.}
raagbol
ragebol [m] (de ~)
fleece, wool {zn.}
sajet [m] (de ~)
fleece, wool {zn.}
wol [m] (de ~)
fleece, wool {zn.}
wol
fleece, wool {zn.}
ragebol

Gerelateerd aan fleece

shear - gazump - hook - overcharge - pluck - plume - rob - soak - surcharge - woolpare - betray - take - fleece - chiseler - fur - brush - thread - raw material - hair - lanolin