Vertaling van floor

Inhoud:

Engels
Nederlands
floor {zn.}
vloer  [m]
I polished up the floor and furniture.
Ik poetste de vloer en het meubilair op.
This carpet is big enough to cover the whole floor.
Dit vloerkleed is groot genoeg om de hele vloer te bedekken.
floor, storey {zn.}
verdieping  [v]
etage [v]
What floor do you live on?
Op welke verdieping woont ge?
My room is on the fourth floor.
Mijn kamer is op de vierde verdieping.
floor, floor-timber {zn.}
wrang 
floor, flooring {zn.}
vloer [m] (de ~)
The oil made the floor slippery and caused his sudden fall.
De olie maakte de vloer glad en veroorzaakte zijn plotse val.
I can place the palms of my hands on the floor without bending my knees.
Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.
floor, level, storey, story {zn.}
verdieping [v] (de ~)
etage [v] (de ~)
My apartment is on the fourth floor.
Mijn woning is op de vierde verdieping.
Mr. Popescu's office is on the tenth floor.
Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.
floor {zn.}
grond [m] (de ~)
There's no hot water on the fifth floor, but there is on the ground floor.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
There's no hot water on the fourth floor, but there is on the ground floor.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
floor, trading floor {zn.}
bouwlaag
audience, auditory, floor {zn.}
toehoorders
gehoor [o]
hoorders
auditorium [o]
floor, trading floor {zn.}
bodemoppervlak
floor, level, storey, story {zn.}
woonlaag
to ball over, to blow out of the water, to floor, to shock, to take aback {ww.}
ontzetten
ontstellen
onthutsen
aanpakken
aangrijpen
schokken

I floor
you floor
we floor

ik ontzet
jij ontzet
wij ontzetten
» meer vervoegingen van ontzetten

to coldcock, to deck, to dump, to floor, to knock down {ww.}
neerkwakken

I floor
you floor
we floor

ik kwak neer
jij kwakt neer
wij kwakken neer
» meer vervoegingen van neerkwakken



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

My apartment is on the fourth floor.

Mijn woning is op de vierde verdieping.

I live on the ground floor.

Ik woon gelijkvloers.

I live on the bottom floor.

Ik woon gelijkvloers.

What floor do you live on?

Op welke verdieping woont ge?

I polished up the floor and furniture.

Ik poetste de vloer en het meubilair op.

My room is on the fourth floor.

Mijn kamer is op de vierde verdieping.

I live on the first floor.

Ik woon gelijkvloers.

There's no hot water on the fifth floor, but there is on the ground floor.

Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.

There's no hot water on the fourth floor, but there is on the ground floor.

Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.

Mr. Popescu's office is on the tenth floor.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

She lay down on the floor and started reading.

Ze lag neer op de grond en begon te lezen.

This carpet is big enough to cover the whole floor.

Dit vloerkleed is groot genoeg om de hele vloer te bedekken.

The professor that took the floor is from the University of Bucharest.

De professor die het woord nam, is van de Universiteit Boekarest.

They have climbed the highest mountains and walked on the floor of the seas.

Ze hebben de hoogste bergen beklommen en op de bodem van de zee gelopen.

The oil made the floor slippery and caused his sudden fall.

De olie maakte de vloer glad en veroorzaakte zijn plotse val.