Vertaling van flurry

Inhoud:

Engels
Nederlands
flurry, snow flurry {zn.}
stuifsneeuw [m] (de ~)
jachtsneeuw
to confuse, to disconcert, to flurry, to put off {ww.}
ontwapenen
verwarren

I flurry
you flurry
we flurry

ik ontwapen
jij ontwapent
wij ontwapenen
» meer vervoegingen van ontwapenen

ado, bustle, flurry, fuss, hustle, stir {zn.}
geroezemoes [o] (het ~)
ado, bustle, flurry, fuss, hustle, stir {zn.}
gedonder [o] (het ~)
tamtam
omslag [m] (de ~)
stennes
stennis [m] (de ~)
bombarie [v] (de ~)
soesa [m] (de ~)
poeha [m] (de/het ~)
poespas [m] (de ~)
heisa [m] (de ~)
omhaal [m] (de ~)
geduvel
gedoe [o] (het ~)
drukte [v] (de ~)
bedoening [v] (de ~)
poppenkast
stampei [v] (de ~)
ophef [m] (de ~)


Gerelateerd aan flurry

snow flurry - confuse - disconcert - put off - ado - bustle - fuss - hustle - stirsnow - affect - racket - busyness