Vertaling van is

Inhoud:

Engels
Nederlands
to is {ww.}
is
All that which is invented, is true.
Alles wat is uitgevonden, is waar.
"Who is he?" "He is Jim."
"Wie is dat?" "Dat is Jim."
to be {ww.}
zijn 
wezen

he/she/it is

hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn

That would be unfair.
Dat zou oneerlijk zijn.
Let's be fair.
Laat ons eerlijk zijn.
to be, to exist {ww.}
zijn
wezen

he/she/it is

hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn

There exist several stars which are larger than our Sun.
Er zijn veel sterren die groter zijn dan onze zon.
Facts do not cease to exist because they are ignored.
Feiten houden niet op te bestaan omdat ze genegeerd zijn.
to be, to comprise, to constitute, to make up, to represent {ww.}
zijn
uitmaken
vormen

he/she/it is

hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn

Let's be friends.
Laten we vrienden zijn.
Let's be honest.
Laat ons eerlijk zijn.
to be {ww.}
zijn
zitten
uithangen
verkeren
ophouden
wezen
bevinden
verwijlen
vertoeven
toeven
pozen

he/she/it is

hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn

Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.
Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.
It will be cloudy.
Het gaat bewolkt zijn.
to be, to cost {ww.}
zijn
worden
maken
komen
kosten
belopen
bedragen

he/she/it is

hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn

This will cost €30.
Dat zal € 30,- kosten.
The cigars cost two Marks.
De sigaren kosten twee mark.
to be, to live {ww.}
bestaan
existeren

he/she/it is

hij/zij/het bestaat
» meer vervoegingen van bestaan

to be, to equal {ww.}
huizen

he/she/it is

hij/zij/het huist
» meer vervoegingen van huizen

to be, to live {ww.}
leven

he/she/it is

hij/zij/het leeft
» meer vervoegingen van leven



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

It is true she is young, but she is wise.

Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.

My name is Romanian; his is American.

Mijn naam is Roemeens, de zijne is Amerikaans.

Here is your dog. Where is mine?

Hier is je hond. Waar is de mijne?

All that which is invented, is true.

Alles wat is uitgevonden, is waar.

This is mine, and this is yours.

Dit is van mij, en dit is van jou.

He is what is called a bookworm.

Hij is wat je noemt een boekenwurm.

"Who is he?" "He is Jim."

"Wie is dat?" "Dat is Jim."

Art is long, life is short.

De kunst is lang, het leven is kort.

While there is life, there is hope.

Zolang er leven is, is er hoop.

She is what is called a genius.

Zij is wat men een genie noemt.

Mario's Pub is where the action is.

Mario's Pub is waar het gebeurt.

Where there is life, there is hope.

Waar er leven is, is er hoop.

My hair is longer than Jane's is.

Mijn haar is langer dan dat van Jane.

Speech is silver, silence is golden.

Spreken is zilver, zwijgen is goud.

Saturday is when my father is free.

Zaterdag is mijn vader vrij.


Gerelateerd aan is

be - exist - comprise - constitute - make up - represent - cost - live - equalbe - entail