Vertaling van plain

Inhoud:

Engels
Nederlands
plain {zn.}
vlakte [v]
plain, unvarnished {bn.}
gezouten
onbedekt
onbewimpeld
ongezouten
onverbloemd
onverholen
altogether, as a whole, on the whole, plain, in all {bw.}
alles wel beschouwd
over het algemeen genomen
überhaupt
clear, distinct, plain, obvious, explicit, lucid, straightforward {bn.}
duidelijk 
helder 
klaar 
uitgesproken
zuiver
plain, unvarnished {bn.}
klinkklaar
apparent, evident, manifest, patent, plain, unmistakable {bn.}
zichtbaar
visibel
to complain, to kick, to kvetch, to plain, to quetch, to sound off {ww.}
klagen
urmen
They always complain.
Ze klagen altijd.
homely, plain {bn.}
monochroom
effen
apparent, evident, manifest, patent, plain, unmistakable {bn.}
concreet
tastbaar
champaign, field, plain {zn.}
vlak [o] (het ~)
vlakte [v] (de ~)
apparent, evident, manifest, patent, plain, unmistakable {bn.}
gepatenteerd
apparent, evident, manifest, patent, plain, unmistakable {bn.}
apparent
kennelijk
klaarblijkelijk
merkelijk
bare, plain, spare, unembellished, unornamented {bn.}
onbewerkt
apparent, evident, manifest, patent, plain, unmistakable {bn.}
apert
apparently, evidently, manifestly, obviously, patently, plain, plainly {bw.}
gewoonweg
doodgewoon
eenvoudig
ronduit
gewoon
bare, plain, spare, unembellished, unornamented {bn.}
letterlijk
tekstueel
woordelijk
woordgetrouw
homely, plain {bn.}
pretentieloos