Vertaling van planning

Inhoud:

Engels
Nederlands
planning {zn.}
planning [v]
She directed the planning of the project.
Ze leidde de planning van het project.
planning {zn.}
planning
planning {zn.}
planindeling
planning {zn.}
planning [m] (de ~)
tijdsindeling
planning {zn.}
planologie [v] (de ~)
to plan {ww.}
plannen 
to plan, to sketch, to outline, to adumbrate {ww.}
schetsen
uitstippelen
ontwerpen
to plan, to contemplate, to design, to project {ww.}
ontwerpen
plannen 
beramen 
to intend, to mean, to plan, to propose {ww.}
van plan zijn
voorhebben
voornemens zijn
zich voorstellen

I am planning

to plan {ww.}
ontwerpen
plannen smeden

I am planning



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

She directed the planning of the project.

Ze leidde de planning van het project.

We are planning a trip to New York.

We plannen een trip naar New York.

Are you planning to take part in the meeting?

Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?

I'm planning to leave for Europe next week.

Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.

What are you planning to do for the New Year vacation?

Wat bent u van plan te gaan doen met de nieuwjaarsvakantie?

Our company is planning to build a new chemical plant in Russia.

Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.


Gerelateerd aan planning

plan - sketch - outline - adumbrate - contemplate - design - project - intend - mean - proposedesign - production - division - plan - science