Vertaling van practices

Inhoud:

Engels
Nederlands
to apply, to practice, to administer {ww.}
toepassen
doorvoeren
in toepassing brengen
aanwenden 

he/she/it practices

hij/zij/het past toe
» meer vervoegingen van toepassen

to apply, to practice, to use {ww.}
toegepast
toepassen

he/she/it practices

hij/zij/het past toe
» meer vervoegingen van toepassen

to do, to exercise, to practice, to practise {ww.}
praktizeren
drijven
uitoefenen

he/she/it practices

hij/zij/het praktizeert
» meer vervoegingen van praktizeren

to practice, to practise, to rehearse {ww.}
zwemslag
to practice, to practise, to rehearse {ww.}
droogzwemmen

he/she/it practices

hij/zij/het zwemt droog
» meer vervoegingen van droogzwemmen

to drill, to exercise, to practice, to practise {ww.}
instuderen

he/she/it practices

hij/zij/het studeert in
» meer vervoegingen van instuderen

to drill, to exercise, to practice, to practise {ww.}
praktizeren

he/she/it practices

hij/zij/het praktizeert
» meer vervoegingen van praktizeren

to do, to exercise, to practice, to practise {ww.}
beoefenen

he/she/it practices

hij/zij/het beoefent
» meer vervoegingen van beoefenen

to practice, to practise, to rehearse {ww.}
repeteren

he/she/it practices

hij/zij/het repeteert
» meer vervoegingen van repeteren



Gerelateerd aan practices

apply - practice - administer - use - do - exercise - practise - rehearse - drillapply - do - stroke - work - acquire - fulfil - drill