Vertaling van administer

Inhoud:

Engels
Nederlands
to administer, to manage, to command, to control {ww.}
toedienen
beheren 
administreren 
managen
bestieren
besturen 

I administer
you administer
we administer

ik dien toe
jij dient toe
wij dienen toe
» meer vervoegingen van toedienen

to administer, to manage, to administrate {ww.}
toedienen
beheren 
besturen 
administreren 

I administer
you administer
we administer

ik dien toe
jij dient toe
wij dienen toe
» meer vervoegingen van toedienen

to provide, to supply, to accommodate, to serve, to administer {ww.}
voorzien van
stijven
provianderen
spekken
bevoorraden

I administer
you administer
we administer

ik stijf
jij stijft
wij stijven
» meer vervoegingen van stijven

to deal, to distribute, to administer, to give out, to allocate {ww.}
uitdelen 
verdelen 
uitreiken
rondgeven
ronddelen

I administer
you administer
we administer

ik deel uit
jij deelt uit
wij delen uit
» meer vervoegingen van uitdelen

I'll deal out three to each.
Ik zal er aan elk drie uitdelen.
to apply, to practice, to administer {ww.}
toepassen
doorvoeren
in toepassing brengen
aanwenden 

I administer
you administer
we administer

ik pas toe
jij past toe
wij passen toe
» meer vervoegingen van toepassen

to give, to accord, to administer, to grant, to impart, to provide, to confer, to allow, to yield, to spare, to afford {ww.}
geven 
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen
aangeven 

I administer
you administer
we administer

ik geef
jij geeft
wij geven
» meer vervoegingen van geven

"We don't give discounts," the woman said sternly. "Regardless how small. Now, please take off the suit if you can't afford it."
"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
Cows give milk.
Koeien geven melk.


Gerelateerd aan administer

manage - command - control - administrate - provide - supply - accommodate - serve - deal - distribute - give out - allocate - apply - practice - givehead - manage