Vertaling van well-rounded

Inhoud:

Engels
Nederlands
to round, to round off {ww.}
rondmaken
afronden 

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik maakte rond
jij maakte rond
hij/zij/het maakte rond
» meer vervoegingen van rondmaken

all-around, all-round, well-rounded {bn.}
volslank
weldoorvoed
welgedaan
mollig
all-around, all-round, well-rounded {bn.}
polyvalent
veelzijdig
all-around, all-round, well-rounded {bn.}
mollig
to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
schoonpoetsen

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik poetste schoon
jij poetste schoon
hij/zij/het poetste schoon
» meer vervoegingen van schoonpoetsen

to round {ww.}
omrijden

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik reed om
jij reed om
hij/zij/het reed om
» meer vervoegingen van omrijden

to round {ww.}
omzeilen

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik omzeilde
jij omzeilde
hij/zij/het omzeilde
» meer vervoegingen van omzeilen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
boenen
uitboenen

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik boende
jij boende
hij/zij/het boende
» meer vervoegingen van boenen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
bijslijpen

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik sleep bij
jij sleep bij
hij/zij/het sleep bij
» meer vervoegingen van bijslijpen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
verfijnen
polijsten

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik verfijnde
jij verfijnde
hij/zij/het verfijnde
» meer vervoegingen van verfijnen

to round, to round down, to round off, to round out {ww.}
afronden

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik rondde af
jij rondde af
hij/zij/het rondde af
» meer vervoegingen van afronden

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
schaven

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik schaafde
jij schaafde
hij/zij/het schaafde
» meer vervoegingen van schaven

He went to the United States last year to brush up his English.
Hij ging vorig jaar naar Amerika om zijn Engels bij te schaven.
He went to America last year to brush up his English.
Hij ging vorig jaar naar Amerika om zijn Engels bij te schaven.
to round, to round off, to round out {ww.}
afronden

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik rondde af
jij rondde af
hij/zij/het rondde af
» meer vervoegingen van afronden

to assail, to assault, to attack, to lash out, to round, to snipe {ww.}
achteruitslaan

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik sloeg achteruit
jij sloeg achteruit
hij/zij/het sloeg achteruit
» meer vervoegingen van achteruitslaan

to assail, to assault, to attack, to lash out, to round, to snipe {ww.}
achteruitschoppen
achteruittrappen

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik schopte achteruit
jij schopte achteruit
hij/zij/het schopte achteruit
» meer vervoegingen van achteruitschoppen

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
gladwrijven

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik wreef glad
jij wreef glad
hij/zij/het wreef glad
» meer vervoegingen van gladwrijven

to brush up, to polish, to polish up, to round, to round off {ww.}
bijschaven

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik schaafde bij
jij schaafde bij
hij/zij/het schaafde bij
» meer vervoegingen van bijschaven

to assail, to assault, to attack, to lash out, to round, to snipe {ww.}
aangrijpen

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik greep aan
jij greep aan
hij/zij/het greep aan
» meer vervoegingen van aangrijpen

to round {ww.}
ronden

I rounded
you rounded
he/she/it rounded

ik rondde
jij rondde
hij/zij/het rondde
» meer vervoegingen van ronden

to labialise, to labialize, to round {ww.}
ronding [v] (de ~)

I rounded