Vertaling van worm

Inhoud:

Engels

Nederlands

worm {zn.}

wurm [m]
worm [m]

to elicit, to extract, to glean, to pull, to withdraw, to worm {ww.}

ontlokken
tappen
trekken
te voorschijn trekken
uithalen

I worm
you worm
we worm

ik ontlok
jij ontlokt
wij ontlokken
» meer vervoegingen van ontlokken

earthworm, worm {zn.}

regenworm
pier
worm [m]
aardworm [m]

The earthworm wriggled when I touched it.

De regenworm wriemelde toen ik hem aanraakte.

worm {zn.}

worm [m] (de ~)
made [m] (de ~)

worm {zn.}

pier [m] (de ~)

worm {zn.}

worm [m] (de ~)
wurm

worm {zn.}

regenworm [m] (de ~)
aardworm [m] (de ~)
pier [m] (de ~)

to squirm, to twist, to worm, to wrestle, to wriggle, to writhe {ww.}

schobben
schurken

I worm
you worm
we worm

ik schob
jij schobt
wij schobben
» meer vervoegingen van schobben

to squirm, to twist, to worm, to wrestle, to wriggle, to writhe {ww.}

wringen

I worm
you worm
we worm

ik wring
jij wringt
wij wringen
» meer vervoegingen van wringen

to squirm, to twist, to worm, to wrestle, to wriggle, to writhe {ww.}

ontwormen

I worm
you worm
we worm

ik ontworm
jij ontwormt
wij ontwormen
» meer vervoegingen van ontwormen

to squirm, to twist, to worm, to wrestle, to wriggle, to writhe {ww.}

krimpen

I worm
you worm
we worm

ik krimp
jij krimpt
wij krimpen
» meer vervoegingen van krimpen