Vertaling van voor

Inhoud:

Nederlands
Deens
voor {vz.}
før
aan, jegens, met, om, op, te, tot, voor, in {vz.}

ved
frons [v], geul, groef, rimpel, voor, vore, zog {zn.}
læg
fold
aan, bij, naar, tegen, tot, voor, op {vz.}
for

til
aanmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden {ww.}
forberede


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Eén voor allen, allen voor één.

En for alle, alle for en.

Bedankt voor uw antwoord.

Tak for dit svar.

Bedankt voor je cadeau.

Tak for din gave.

Bedankt voor de uitleg.

Tak for din forklaring.

Bedankt voor je cadeau.

Tak for din gave.

We stonden voor de deur en wachtten.

Vi stod ved døren og ventede.

"Bedankt voor de hulp." "Geen dank."

"Tak for hjælpen." "Ingen årsag."

Verwacht niet dat anderen voor jou denken.

Forvent ikke at andre tænker for dig!

Ik heb er geen woorden voor.

Jeg kan ikke finde ord.

Ze bakte een cake voor mij.

Hun bagte mig en kage.

Niet alles is voor geld te koop.

Ikke alt kan købes for penge.

Wij zijn niet gemaakt voor elkaar.

Vi er ikke skabt for hinanden.

Ze bakte een cake voor mij.

Hun bagte mig en kage.

Natuurkunde interesseert me voor geen meter.

Jeg er overhovedet ikke interesseret i fysik.

Laat mij voor het eten betalen.

Lad mig betale for middagen.


Gerelateerd aan voor

aan - jegens - met - om - op - te - tot - in - frons - geul - groef - rimpel - vore - zog - bij