Vertaling van op

Inhoud:

Nederlands
Deens
aan, jegens, met, om, op, te, tot, voor, in {vz.}
på
ved
aan, bij, naar, tegen, tot, voor, op {vz.}
for
på
til
in, binnen, per, te, op {vz.}
i
om
på
aan, op {vz.}
over
på
naar boven, omhoog, op, opwaarts {bw.}
op
op ad
uit, van, op {vz.}
af
ud


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Kop op!

Op med humøret!"

Schiet op!

Skynd dig!

Antwoord op de vraag.

Besvar spørgsmålet.

John is op het vliegveld.

John er i lufthavnen.

Bob is populair op school.

Bob er populær i skolen.

Op welke verdieping woont ge?

På hvilken etage bor du?

Een meisje belde me op.

En pige ringede til mig.

Op dat moment was ik nog wakker.

På det tidspunkt var jeg stadig vågen.

Ze kuste haar vader op de wang.

Hun gav sin far et kys på kinden.

Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.

Katte kan se selv på mørke steder.

Je vat alles te letterlijk op.

Du tager alting alt for bogstavelig.

Het geld ligt op de tafel.

Pengene ligger på bordet.

De kat slaapt op de stoel.

Katten sover på stolen.

Wat hebt ge nog meer op zak?

Hvad ellers har du i lommen?

Hij belde me op om middernacht.

Han ringede mig op ved midnatstide.


Gerelateerd aan op

synoniemen

aan - jegens - met - om - te - tot - voor - in - bij - naar - tegen - binnen - per - naar boven - omhoog