Vertaling van tegen

Inhoud:

Nederlands
Deens
jegens, met, tegen, tegenaan, tegenover, versus {vz.}
imod
aan, bij, naar, tegen, tot, voor, op {vz.}
for

til


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Ze hebben tegen je gelogen.

Man har løjet overfor dig.

Ben je vóór of tegen het voorstel?

Er I for eller imod forslaget?


Gerelateerd aan tegen

jegens - met - tegenaan - tegenover - versus - aan - bij - naar - tot - voor - op