Vertaling van zetten

Inhoud:

Nederlands

Deens

leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}

stille
sætte
lægge

Mag ik een vraag stellen?

Må jeg stille et spørgsmål?

handeling [v] (de ~), actie [v] (de ~), verrichting [v] (de ~), gang [m] (de ~), daad [v], werking [v], zet (mv. zetten) {zn.}

handling

beweging [v], slag [m], zet (mv. zetten) {zn.}

bevægelse

Open nooit de deur van een voertuig in beweging.

Åbn aldrig døren på en bil der er i bevægelse.

douw [m], drang [m], duw [m], stoot, por, zet (mv. zetten) {zn.}

stød [o]