Vertaling van val

Inhoud:

Nederlands
Duits
val {zn.}
Fall [m] (der ~)
val, valknip, valkuil {zn.}
Falle [v] (die ~)
Fallgrube [v] (die ~)
slag [m], val, valstrik {zn.}
Falle [v] (die ~)
Het is een valstrik!
Das ist eine Falle!
strook, val, volant {zn.}
Volant [m] (der ~)
Faltenbesatz [m] (der ~)
Behang [m] (der ~)
Falbel [v] (die ~)
vallen, afvallen, neervallen, verschieten {ww.}
fallen
stürzen
hinfallen

ik val

ich falle
» meer vervoegingen van fallen

Laat dat glas niet vallen.
Lass das Glas nicht fallen.
Ik ben bang om te vallen.
Ich habe Angst zu fallen.


Gerelateerd aan val

valknip - valkuil - slag - valstrik - strook - volant - vallen - afvallen - neervallen - verschieten