Vertaling van flikker

Inhoud:

Nederlands
Engels
homo, homofiel, homosexueel, flikker, poot {zn.}
faggot
queen 
queer 
homosexual
flikker [m] (de ~), Utrechtenaar, holtor, reetkever, poot [m] (de ~), Hagenaar {zn.}
queen
queer
poove
pouf
pansy
poof
nance
fairy
fagot
faggot
fag
bliksemen, flikkeren, flitsen {ww.}
to lighten 

ik flikker

I lighten
» meer vervoegingen van to lighten

flikkeren, flitsen, gloren {ww.}
to blink
to flash 

ik flikker

I blink
» meer vervoegingen van to blink

flakkeren, flikkeren {ww.}
to flicker

ik flikker

I flicker
» meer vervoegingen van to flicker

flakkeren, flikkeren, schitteren, vonken schieten, wapperen {ww.}
to flare
to flare up

ik flikker

I flare
» meer vervoegingen van to flare

kuitenflikker [m] (de ~), flikker {zn.}
spring
saltation
leaping
leap
bound
bounce
bliksemen, donderen, jenzen, keilen, kieperen, kogelen, kukelen, mikken, plompen, zwiepen, gooien, lazeren, kegelen, knikkeren, kwakken, werpen, flikkeren {ww.}
to throw

ik flikker

I throw
» meer vervoegingen van to throw

vallen, bliksemen, duvelen, kletteren, kukelen, neerkletteren, ploffen, sodemieteren, lazeren, mieteren, donderen, flikkeren {ww.}
to fall
to fall down

ik flikker

I fall
» meer vervoegingen van to fall

Ik ben bang om te vallen.
I'm afraid to fall.
In oktober beginnen de bladeren te vallen.
Leaves begin to fall in October.
flikkeren, blikkeren, schemeren, knipperen {ww.}
to flicker
to flitter
to flutter
to quiver
to waver

ik flikker

I flicker
» meer vervoegingen van to flicker