Vertaling van geniet
to rejoice
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
I rejoice
you rejoice
he/she/it rejoices
» meer vervoegingen van to rejoice
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
I get
you get
he/she/it gets
» meer vervoegingen van to get
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
I enjoy
you enjoy
he/she/it enjoys
» meer vervoegingen van to enjoy
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
I enjoy
you enjoy
he/she/it enjoys
» meer vervoegingen van to enjoy
to relish
to savour
to savor
to bask
ik geniet
jij geniet
hij/zij/het geniet
I enjoy
you enjoy
he/she/it enjoys
» meer vervoegingen van to enjoy
Voorbeelden in zinsverband
Waar ze ook leeft, ze geniet altijd van haar omgeving.
Live where she may, she always enjoys her surroundings.
"Juist," zuchtte Dima. "Sorry voor de verwarring dan. Geniet van je Fanta en prettige dag."
"I see," Dima sighed. "Sorry for the confusion, then. Enjoy your Fanta, and have a good day."