Vertaling van gestolen
to purloin
to nick
to abstract
ik heb gestolen
jij hebt gestolen
hij/zij/het heeft gestolen
I have stolen
you have stolen
he/she/it has stolen
» meer vervoegingen van to steal
ik heb gestolen
jij hebt gestolen
hij/zij/het heeft gestolen
I have stolen
you have stolen
he/she/it has stolen
» meer vervoegingen van to steal
Voorbeelden in zinsverband
Haar handtas is gestolen.
She had her handbag stolen.
Gestolen goed gedijt niet.
Stolen good isn't profitable.
Mijn fiets is gestolen.
My bike is stolen.
Mijn horloge was gestolen.
I had my watch stolen.
Mijn fiets is gisteren gestolen.
My bike was stolen yesterday.
Mijn auto is gisteravond gestolen.
I had my car stolen last night.
Mijn fiets is gisteren gestolen.
Yesterday I had my bicycle stolen.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Someone stole my passport.
Wie heeft zijn hart gestolen?
Who has captured his heart?
Hij heeft geld van mij gestolen.
He stole money from me.
De jongen ontkende de fiets gestolen te hebben.
The boy denied having stolen the bicycle.
Dat is de man wiens auto's gestolen zijn.
This is the man whose cars were stolen.
Dat is de vrouw wier auto's gestolen zijn.
This is the woman whose cars were stolen.
Die man heeft m'n wasgoed gestolen.
That man stole my laundry.
De politie had al bijna een maand gezocht naar de gestolen goederen.
The police have been searching for the stolen goods for almost a month.