Vertaling van gieren

Inhoud:

Nederlands
Engels
gieren, joelen, roepen, schreeuwen {ww.}
to scream 
to call out
to cry 
to call
to shout 
to cry out

wij gieren
jullie gieren
zij gieren

we cry
you cry
they cry
» meer vervoegingen van to cry

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
I heard a woman scream.
gieren, mesten, bemesten {ww.}
to manure 
to fertilize 

wij gieren
jullie gieren
zij gieren

we manure
you manure
they manure
» meer vervoegingen van to manure

gieren, slippen {zn.}
yaw
skid
fluiten, gieren, piepen {ww.}
to pipe 
to whistle 

wij gieren
jullie gieren
zij gieren

we pipe
you pipe
they pipe
» meer vervoegingen van to pipe

een schuiver maken, gieren, slippen {ww.}
to yaw
to skid

wij gieren
jullie gieren
zij gieren

we yaw
you yaw
they yaw
» meer vervoegingen van to yaw

gieren {ww.}
to whisk by
to zip by
to fly by
gieren {ww.}
to muck
to manure

wij gieren
jullie gieren
zij gieren

we muck
you muck
they muck
» meer vervoegingen van to muck

gier (mv. gieren) {zn.}
vulture 
draai [m], wending [v], zwenking [v], gier (mv. gieren), keer, slag [m], zwaai, zwenk {zn.}
turn 
revolution 
stroke
aal [v], aalt [v], gier (mv. gieren) [v] {zn.}
liquid manure
muck-water
stale
gier (mv. gieren), aasgier {zn.}
vulture 
bescheuren, brullen, gieren {ww.}
to laugh loudly
to guffaw
uitzuiger [m] (de ~), aasgier [m] (de ~), gier (mv. gieren) [m] (de ~), uitbuiter [m] (de ~), woekeraar [m] (de ~), bloedzuiger [m] (de ~), hyena [m] (de ~) {zn.}
exploiter
user
gier (mv. gieren) [m] (de ~) {zn.}
vulture
gier (mv. gieren) [m] (de ~), aalt [m] (de ~), mestgier, aal {zn.}
droppings
dung
muck


Gerelateerd aan gieren

joelen - roepen - schreeuwen - mesten - bemesten - slippen - fluiten - piepen - een schuiver maken - gier - draai - wending - zwenking - keer - slagsnellen - voorbijgaan - bemesten - lachen - profiteur - roofvogel - mest