Vertaling van keer

Inhoud:

Nederlands
Engels
keer, maal {zn.}
time 
occasion 
Tot de volgende keer.
Until next time.
Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.
You continue making the same mistakes time after time.
verandering [v], verzetting [v], wijziging [v], wisseling [v], keer, omkeer {zn.}
change 
shift 
transformation 
conversion
alteration
about-face
Verandering is de enige constante.
Change is the only constant.
Ik moet twee keer overstappen.
I have to change buses two times.
draai [m], draaiing [v], wending [v], wieling [v], zwenking [v], keer, zwenk {zn.}
turn 
whirl
wriggle 
vortex 
swirl
stroke
rotation 
revolution 
Draai naar rechts aan de volgende hoek.
Turn right at the next corner.
draai [m], wending [v], zwenking [v], gier, keer, slag [m], zwaai, zwenk {zn.}
turn 
stroke
revolution 
kentering [v], verandering [v], keer, verloop {zn.}
change 
transformation 
conversion
alteration
Talen zijn aan voortdurende verandering onderhevig.
Languages are subject to constant change.
Waarom ga je voor de verandering niet eens met mij uit eten?
Why don't you dine out with me for a change?
draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken {ww.}
to turn 
to turn around
to turn round
to revolve 
to whirl

ik keer

I turn
» meer vervoegingen van to turn

aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
to halt
to stop 
to end 
to hold 
to obstruct
to stem 
to stay 
to stall
to arrest

ik keer

I halt
» meer vervoegingen van to halt

keren {ww.}
to turn 

ik keer

I turn
» meer vervoegingen van to turn

wenden, keren {ww.}
to turn

ik keer

I turn
» meer vervoegingen van to turn

veranderen, kenteren, keren {ww.}
to change

ik keer

I change
» meer vervoegingen van to change

Laten we hopen dat tijden veranderen.
Let's hope times change.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
That doesn't change anything.
inrukken, terugkeren, keren, teruggaan {ww.}
to return

ik keer

I return
» meer vervoegingen van to return

Het was omdat hij gewond was dat hij besloot terug te keren naar Amerika.
It was because he was injured that he decided to return to America.
omleggen, omwenden, keren, omdraaien, omkeren, draaien {ww.}
to move around
to turn

ik keer

I turn
» meer vervoegingen van to turn

omzetten, keren, omdraaien, omkeren {ww.}
to roll
to turn over

ik keer

I roll
» meer vervoegingen van to roll

keren {ww.}
to arrest
to check
to contain
to hold back
to stop
to turn back

ik keer

I arrest
» meer vervoegingen van to arrest

wenden, bepalen, keren, richten, vervoegen {ww.}
to address
to turn to

ik keer

I address
» meer vervoegingen van to address

verzetten, kanten, roeren, vechten, verweren, keren, weren {ww.}
to hold out
to resist
to stand firm
to withstand

ik keer

I resist
» meer vervoegingen van to resist



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik heb keer op keer geprobeerd.

I tried again and again.

Ik lees de brief keer op keer

I read the letter again and again.

Tot de volgende keer.

Until next time.

Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.

You continue making the same mistakes time after time.

Dit is de eerste keer.

This is the first time.

Dit is de laatste keer.

This is the last time.

Lees het nog een keer.

Read it once more.

Gedane zaken nemen geen keer.

It is no use crying over spilt milk.

Ik moet twee keer overstappen.

I have to change buses two times.

Ze eten een keer per week vlees.

They eat meat once a week.

Ik ben twee keer in Kioto geweest.

I have been to Kyoto twice.

Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.

I have seen "Star Wars" twice.

Ik ben een keer in Kioto geweest.

I have been to Kyoto once.

Hoeveel keer per jaar ga je skiën?

How often do you go skiing every year?

Ik heb hem een keer ontmoet.

I met him once.