Vertaling van hokken

Inhoud:

Nederlands
Engels
hokken, samenleven {ww.}
to cohabit 
to huddle 

wij hokken
jullie hokken
zij hokken

we cohabit
you cohabit
they cohabit
» meer vervoegingen van to cohabit

hokken {ww.}
to shock
hok (mv. hokken) {zn.}
sty
pen 
boelen, boeleren, samenhokken, hokken, samenwonen {ww.}
to live together
to shack up
to cohabit

wij hokken
jullie hokken
zij hokken

we cohabit
you cohabit
they cohabit
» meer vervoegingen van to cohabit

doel [o] (het ~), kooi, hok [o] (het ~), goal [m] (de ~) {zn.}
goal
Dit keer is Parijs mijn doel.
This time my goal is Paris.
Zijn doel is het niet, om geld te maken.
His goal is to not earn money.
kot [o] (het ~), hok [o] (het ~) {zn.}
hutch
hok [o] (het ~) {zn.}
cupboard
closet