Vertaling van kamp

Inhoud:

Nederlands
Engels
kamp, kampement, tentenkamp {zn.}
encampment
tented camp
camp 
camp of tents
gevecht, kamp, slag [m], strijd, treffen, veldslag {zn.}
fight 
battle 
fray
combat 
clash
action 
struggle 
scuffle
Ze hebben het gevecht verloren.
They lost the battle.
De strijd gaat verder!
The fight continues!
kamp [o] (het ~), kampement [o] (het ~) {zn.}
encampment
camp
cantonment
bivouac
kamp [o] (het ~), bolwerk [o] (het ~), bastion [o] (het ~) {zn.}
bastion
camping [m], kamp, kampeerterrein {zn.}
campground
camping site
camp 
camping ground
partij [v], stem, kamp {zn.}
party 
match 
game 
round 
camp 
side
faction 
Ik ben geen partij voor hem.
I am no match for him.
"Noobs?" vroeg Dima met enige boosheid in zijn stem. "Dit is geen videospelletje, Al-Sayib! Dit is het echte leven!"
"Noobs?" Dima asked, a slight hint of anger in his voice. "This isn't a video game, Al-Sayib! This is real life!"
kamp [o] (het ~) {zn.}
summer camp
camp
kampen, strijden, strijd voeren, vechten {ww.}
to fight 
to struggle 
to strive
to contend
to battle 

ik kamp

I fight
» meer vervoegingen van to fight

kampen, worstelen {ww.}
to struggle 
to wrestle 
to contend
to strive

ik kamp

I struggle
» meer vervoegingen van to struggle

gevecht [o] (het ~), kamp [m] (de ~), worsteling [v] (de ~), treffen [o] (het ~) {zn.}
battle
fight
engagement
conflict
kampen {ww.}
to abide
to bear
to brook
to digest
to endure
to put up
to stand
to stick out
to stomach
to suffer
to support
to tolerate

ik kamp

I bear
» meer vervoegingen van to bear

kampen, strijden, knokken, matten, vechten {ww.}
to contend
to fight
to struggle

ik kamp

I contend
» meer vervoegingen van to contend