Vertaling van potten

Inhoud:

Nederlands
Engels
oppotten, potten, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
to stash
to lay away
to squirrel away
to hive up
to hoard
to cache
to stack
to pile up
to heap 
to accumulate

wij potten
jullie potten
zij potten

we hoard
you hoard
they hoard
» meer vervoegingen van to hoard

potten {ww.}
to pot

wij potten
jullie potten
zij potten

we pot
you pot
they pot
» meer vervoegingen van to pot

lesbienne, pot (mv. potten) {zn.}
lesbian
dike
pot (mv. potten), pul, vaas, vat [o] {zn.}
vase 
vessel 
Deze vaas is van ijzer.
This vase is made of iron.
Deze gebroken vaas kan niet gerepareerd worden.
This broken vase can't be repaired.
kan [m], pan [v], pot (mv. potten) [m] {zn.}
pot 
jug
can 
mug 
tankard
jar 
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot (mv. potten) [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
box 
container 
jug
vessel 
bucket
can 
case 
bottle 
crate
jar 
pot 
sack 
chest 
pail 
tin 
urn
gevangenis [v] (de ~), bajes [m] (de ~), gevang [o] (het ~), gevangenhuis, kast, kerker [m] (de ~), kot, nor [m] (de ~), petoet [m] (de ~), rijkshotel, strafgevangenis, strafinrichting [v] (de ~), cachot [o] (het ~), bak [m] (de ~), pot [m] (de ~), lik [m] (de ~) {zn.}
jail
gaol
slammer
poky
pokey
jailhouse
clink
Hij belandde in de gevangenis.
He ended up in jail.
We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.
Soon we’ll be able to send you to gaol.
pot [m] (de ~) {zn.}
jar
Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.
So all you need is good cheese and a jar of black cherry jam.
lesbienne [v] (de ~), lesbi, lesbo [v] (de ~), schuurmeid, tribade, pot [v] (de ~) {zn.}
dike
dyke
butch
po [m] (de ~), nachtspiegel [m] (de ~), piespot [m] (de ~), pot [m] (de ~), pispot [m] (de ~) {zn.}
pot
toilet
throne
stool
potty
crapper
commode
can
De pot verwijt de ketel.
The pot calls the kettle black.
Er is bijna geen koffie over in de pot.
There's almost no coffee left in the pot.
marihuana [m] (de ~), kief, kif, shit [m] (de ~), stuf, stuff [m] (de ~), weed, wiet [m] (de ~), pot (mv. potten) [m] (de ~), thee [m] (de ~) {zn.}
cannabis
ganja
marihuana
marijuana
inzet [m] (de ~), pot (mv. potten) [m] (de ~) {zn.}
bet
stake
stakes
wager
pot (mv. potten) {zn.}
jar

Gerelateerd aan potten

oppotten - accumuleren - ophopen - opeenhopen - lesbienne - pot - pul - vaas - vat - kan - pan - doos - bak - etui - foedraalsparen - poten - gebouw - vat - homoseksueel - pot - toiletpot - inleg - glas