Vertaling van te doen

Inhoud:

Nederlands
Engels
te doen, te verrichten {bn.}
crucial 
imperative
requisite
doen, laten, laten doen, maken {ww.}
to cause 
to get 
to make 
to render 

wij doen
jullie doen
zij doen

we cause
you cause
they cause
» meer vervoegingen van to cause

doenlijk, haalbaar, maakbaar, te doen, uitvoerbaar {bn.}
achievable
feasible
practicable
handelen, ageren, doen, bezig zijn, optreden, te werk gaan {ww.}
to act 
to move 
to take action

wij doen
jullie doen
zij doen

we act
you act
they act
» meer vervoegingen van to act

We moeten snel handelen.
We have to act quickly.
Laten we doen alsof we buitenlanders zijn.
Let's act like we're foreigners.
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
to act 
to do 
to make 
to perform 
to carry out
to commit 
to form 
to reach 
to render 
to work 
to wage 

wij doen
jullie doen
zij doen

we act
you act
they act
» meer vervoegingen van to act

optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
to act 
to take action
to move 

wij doen
jullie doen
zij doen

we act
you act
they act
» meer vervoegingen van to act

tussenkomen, optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
to act 
to take action
to move 

wij doen
jullie doen
zij doen

we act
you act
they act
» meer vervoegingen van to act

leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
to put 
to place 
to set 
to lay 
to put down
to lay down

wij doen
jullie doen
zij doen

we put
you put
they put
» meer vervoegingen van to put

Ik kan dingen in een doos steken.
I can put things in a box.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
In May, all birds lay an egg.
aandoen, stoppen in {ww.}
to call at
aandoen, aandraaien, aansteken, schakelen, inschakelen {ww.}
to turn on
to switch on
aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
to cause 
to wreak 
to inflict
to result in
to provoke
to pose
to give rise to

wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan

we cause
you cause
they cause
» meer vervoegingen van to cause

Welke moeilijkheden kan zij veroorzaken?
What trouble can she cause?
Ik wil geen paniek veroorzaken.
I don't want to cause a panic.
bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toegeven, toevoegen {ww.}
to add 
to append

wij doen bij
jullie doen bij
zij doen bij

we add
you add
they add
» meer vervoegingen van to add

Ik ben benieuwd of ik een zin kan toevoegen.
I wonder if I can add a sentence.
Hun werk is het toevoegen van voorbeelden aan het woordenboek.
Their job is to add examples to the dictionary.
raken, treffen, aandoen, aangrijpen {ww.}
to affect
to influence 
to impress
to move
to strike

wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan

we affect
you affect
they affect
» meer vervoegingen van to affect

draaien, aandoen, aangrijpen {ww.}
to affect
to influence 
to impress
to move
to strike

wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan

we affect
you affect
they affect
» meer vervoegingen van to affect

afdoen, afleggen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken {ww.}
to put off
to take off
to lay 
to put down

wij doen af
jullie doen af
zij doen af

we lay
you lay
they lay
» meer vervoegingen van to lay

afdoen, afhandelen, afwikkelen {ww.}
to conclude 
to dispatch
to expedite
to finish 
to settle 

wij doen af
jullie doen af
zij doen af

we conclude
you conclude
they conclude
» meer vervoegingen van to conclude

inboezemen, aandoen, aangrijpen {ww.}
to strike
to move
to influence 
to impress
to affect

wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan

we strike
you strike
they strike
» meer vervoegingen van to strike

dichtdoen, dichtmaken, sluiten, toedoen {ww.}
to close 
to shut 
to adjourn 

wij doen dicht
jullie doen dicht
zij doen dicht

we close
you close
they close
» meer vervoegingen van to close

aandoen, aanzetten, inschakelen {ww.}
to turn on

wij doen aan

frapperen, treffen, aandoen, aangrijpen {ww.}
to strike
to move
to influence 
to impress
to affect

wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan

we strike
you strike
they strike
» meer vervoegingen van to strike

aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen {ww.}
to put on
to apply 

wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan

we apply
you apply
they apply
» meer vervoegingen van to apply



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik wil aangifte te doen.

I want to press charges.

We hebben veel te doen.

We have lots of things to do.

Ik heb veel dingen te doen.

I have many things to do.

Er blijft nog veel te doen.

Much still remains to be done.

Er blijft nog veel te doen.

There still remains much to be done.

Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.

Don't try to do two things at a time.

Ik besloot niet zoiets doms te doen.

I decided not to do such a foolish thing.

Vergeet niet het vuur uit te doen.

Don't forget to put out the fire.

Ik heb te veel te doen.

I've got too much to do.

Ik wist niet wat te doen.

I didn't know what to do.

Ik heb veel dingen te doen.

I have a lot of things to do.

Tom heeft geen idee wat te doen.

Tom has no idea what to do.

Ga iets anders vinden om te doen.

Go find something else to do.

Ik heb veel te doen vandaag.

I have a lot to do today.

Ik heb niks beters te doen.

I have nothing better to do.