Vertaling van troepen

Inhoud:

Nederlands
Engels
boel [m], drom [m], hoop, massa, menigte, schare, stapel, tas, troep (mv. troepen) {zn.}
crowd
mass 
swarm
body 
accumulation 
pile 
multitude 
heap 
Een menigte verzamelde zich in deze straat.
A crowd gathered on this street.
De menigte wordt groter en groter.
The crowd is growing larger and larger.
bende [v], troep (mv. troepen) {zn.}
pack
group 
bunch 
gang
bevy
band 
drift [v], groep, hoop, kudde, schare, school, set, stel, troep (mv. troepen), zwerm, vlucht {zn.}
flock 
flight 
team 
group 
drove 
shoal 
suite
cluster
pack
set 
herd
heap 
collection 
bevy
Er is een zwart schaap in elke kudde.
There's a black sheep in every flock.
Deze wolken zien eruit als een kudde witte schapen.
These clouds look like a flock of white sheep.
kliek, troep (mv. troepen) {zn.}
clique
zootje [o], rotzooi, troep (mv. troepen), zooi, klerezooi {zn.}
mess 
junk
complet [m], ensemble [o], inrichting [v], stel, troep (mv. troepen) {zn.}
ensemble
suite
set 
kliek [v], kongsi, pal, troep (mv. troepen) {zn.}
clique
coterie 
junto
set 
troep (mv. troepen), zwerm {zn.}
troop
troupe
force 
leger [o] (het ~), armée, armee [v] (de ~), heerschaar [m] (de ~), krijgsmacht [m] (de ~), landleger, landmacht [m] (de ~), landstrijdkrachten, legerschaar, manschappen (de ~), strijdkrachten [m] (de ~), strijdmacht [m] (de ~), troep [m] (de ~), troepen, troepenmacht [m] (de ~), weermacht, heer [o] (het ~), heir [o] (het ~) {zn.}
war machine
military machine
armed services
military
armed forces
troep [m] (de ~) {zn.}
clustering
clump
cluster
bunch
rommel, brandhout, brol, junk, shit [m] (de ~), tennef, tinnef [o] (het ~), troep (mv. troepen), rotzooi [m] (de ~) {zn.}
rubbish
trash
scrap
Eerst zagen ze de rommel, vervolgens keken ze elkaar aan.
They looked at the rubbish, then they looked at each other.
bende [m] (de ~), augiasstal, beestenbende, beestenboel [m] (de ~), janboel [m] (de ~), kankerzooi [m] (de ~), keet [m] (de ~), klerezooi [m] (de ~), prulleboel, prullenboel, puinhoop [m] (de ~), rommelzooi, soepzootje, teringzooi, troep (mv. troepen) [m] (de ~), warboel [m] (de ~), zootje, zwijneboel, zwijnekeet, zwijnenboel, zwijnenkeet, zwijnenpan, zwijnepan, zwijnestal, zwijnezooi, zwijnenstal [m] (de ~), rotzooi [m] (de ~), zooi [m] (de ~), rommel [m] (de ~) {zn.}
mess
mussiness
muss
messiness
Het is een verdomde puinhoop.
It's a fucking mess.
Ik maakte er een puinhoop van.
I made a mess of it.
troep (mv. troepen) {zn.}
scout troop
troop
scout group
hoop [m] (de ~), bende [m] (de ~), berg [m] (de ~), kwak, lading [v] (de ~), massa [m] (de ~), schep, stelletje, stoot [m] (de ~), troep (mv. troepen), veelheid [v] (de ~), vracht, zooi [m] (de ~), zwik [m] (de ~), pak [o] (het ~), smak [m] (de ~), bom, bulk [m] (de ~), sjees [m] (de ~), boel [m] (de ~) {zn.}
batch
deal
flock
good deal
great deal
hatful
heap
lot
mass
mess
mickle
mint
mountain
muckle
passel
peck
pile
plenty
pot
quite a little
raft
sight
slew
spate
stack
tidy sum
wad
toneelgezelschap [o] (het ~), toneelgroep [m] (de ~), troep (mv. troepen) {zn.}
company
troupe


Gerelateerd aan troepen

boel - drom - hoop - massa - menigte - schare - stapel - tas - troep - bende - drift - groep - kudde - school - setkrijgsmacht - groep - iets - hoeveelheid - gezelschap