Vertaling van opleggen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen {ww.}
sobreponer
poner

ik zal opleggen
jij zult opleggen
hij/zij/het zal opleggen

yo sobrepondré
sobrepondrás
él/ella sobrepondrá
» meer vervoegingen van sobreponer



Gerelateerd aan opleggen

aandoen - aantrekken - opbrengen - aanbrengen