Vertaling van aantrekken
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
yo atraeré
tú atraerás
él/ella atraerá
» meer vervoegingen van atraer
cautivar
atraer
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
yo seduciré
tú seducirás
él/ella seducirá
» meer vervoegingen van seducir
poner
ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken
yo sobrepondré
tú sobrepondrás
él/ella sobrepondrá
» meer vervoegingen van sobreponer
Voorbeelden in zinsverband
Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
La gravedad es una fuerza natural por la que las cosas se atraen las unas a las otras.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
¿Qué me pongo, pantalón o falda?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
¿Qué me pongo, pantalón o falda?