Vertaling van pot

Inhoud:

Nederlands
Spaans
pot, pul, vaas, vat [o] {zn.}
vaso [m] (el ~)
recipiente [m] (el ~)
vasija [v] (la ~)
Doe wat water in de vaas.
Pon un poco de agua en el vaso.
kan [m], pan [v], pot [m] {zn.}
pote [m] (el ~)
olla [v] (la ~)
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
caja [v] (la ~)
olla [v] (la ~)
jarro [m] (el ~)
estuche [m] (el ~)
Ik heb de doos leeg gevonden.
Encontré la caja vacía.
Ik heb de lege doos gevonden.
Encontré la caja vacía.
oppotten, potten, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
acumular
acopiar

ik pot
jij pot
hij/zij/het pot

yo acumulo
acumulas
él/ella acumula
» meer vervoegingen van acumular



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Er is bijna geen koffie over in de pot.

No hay casi nada de café en la jarra.

Er is nauwelijks koffie over in de pot.

Casi no queda café en la cafetera.


Gerelateerd aan pot

pul - vaas - vat - kan - pan - doos - bak - etui - foedraal - koker - korf - zak - kist - fles - krat